Oeps! We konden geen producten vinden die aan je eisen voldoen. Pas je criteria aan.
Er zijn verschillende soorten stroomkabels, elk ontworpen voor specifieke omstandigheden en doeleinden. Het onderscheid zit vaak in de geleidermaterialen, isolatie, mantel en de algehele constructie, die de kabel geschikt maakt voor binnen, buiten, in de grond, of voor flexibele verbindingen.
Dit zijn de meest gangbare kabels voor vaste elektrische installaties in gebouwen. Ze zijn geschikt voor het aanleggen van stopcontacten, schakelaars en verlichtingspunten.
Deze kabel is speciaal ontwikkeld voor ondergrondse aanleg en is te herkennen aan zijn zwarte, robuuste buitenmantel en een aarddraad met aardscherm. Dit type is bestand tegen vocht en mechanische invloeden, waardoor het geschikt is voor aansluitingen naar bijvoorbeeld tuinverlichting, schuren of buitenstopcontacten. Bij de aanleg in de grond moet de kabel op een minimale diepte worden gelegd en afgedekt met bijvoorbeeld een zandbed en waarschuwingslint.
Dit is een enkele geïsoleerde geleider die wordt gebruikt voor bedrading binnen installatiebuizen of in verdeelkasten. VD-draad is verkrijgbaar in verschillende kleuren voor fase, nul, aarde en schakeldraden, conform de geldende installatienormen.
Een flexibele en slijtvaste kabel, geschikt voor zware omstandigheden en mobiele toepassingen, zoals bouwplaatsen, machines en aggregaat aansluitingen. De robuuste rubberen buitenmantel biedt goede weerstand tegen olie, vet, vocht en mechanische belasting. Dit type kabel is geschikt voor tijdelijke buitenopstellingen.
Hoewel geen stroomkabel in de traditionele zin, is de coaxkabel een bekende kabel voor het transporteren van signalen, zoals televisie- en internetsignalen.
De doorsnede van een stroomkabel, uitgedrukt in vierkante millimeters (mm²), is afhankelijk van de stroom die erdoorheen loopt (Ampère), de lengte van de kabel en de maximale toegestane spanningsval. Een te kleine doorsnede kan leiden tot oververhitting van de kabel, brandgevaar en onnodig spanningsverlies.
De NEN 1010, de Nederlandse norm voor laagspanningsinstallaties, biedt gedetailleerde richtlijnen voor de dimensionering van kabels. Hieronder een vereenvoudigd overzicht van veelvoorkomende doorsneden en hun typische toepassingen, onder standaard omstandigheden:
Doorsnede (mm²) | Typische maximale stroom (A) | Gebruik en uitleg |
---|---|---|
1.5 mm² | 10-16 A | Geschikt voor verlichting en lichte elektrische apparaten (zoals radio’s, laders). Vaak gebruikt op een 16A zekering. Dit is een standaard voor vaste installaties in huis. |
2.5 mm² | 16-20 A | Geschikt voor stopcontacten, wasmachines, drogers en andere apparaten met een hoger vermogen. Vaak gebruikt op een 16A of 20A zekering. |
4 mm² | 20-25 A | Geschikt voor zwaardere apparatuur zoals boilers, elektrische kookplaten (indien de aansluitwaarde dit toelaat) of als voeding naar een onderverdeelkast. |
6 mm² | 25-32 A | Toegepast voor apparaten met een hoog stroomverbruik, zoals sommige krachtstroomaansluitingen (bij een 3-fase systeem) of als hoofdkabel naar een kleine woning. |
10 mm² en meer | >32 A | Gebruikt voor hoofdaansluitingen, krachtstroominstallaties of lange afstandstrajecten waar grotere stromen of minimalisatie van spanningsval vereist zijn. De exacte toelaatbare stroom hangt sterk af van het type kabel, de aanlegmethode en de omgevingstemperatuur. |
Om de benodigde kabeldoorsnede nauwkeurig te bepalen, is het verstandig om een gekwalificeerde elektricien te raadplegen of gebruik te maken van specifieke rekenhulpmiddelen. Dit voorkomt risico's en garandeert dat uw installatie voldoet aan de geldende veiligheidsnormen.
Bij de aanleg van stroomkabels zijn er belangrijke overwegingen om een veilige en functionele elektrische installatie te waarborgen. Deze richtlijnen zijn van toepassing op zowel nieuwe installaties als aanpassingen aan bestaande systemen.
Kabels dienen beschermd te worden tegen mechanische beschadiging, vocht, UV-straling en extreme temperaturen. Dit gebeurt door ze in buizen te leggen, via kabelgoten te leiden, of door gebruik te maken van kabels met een specifieke IP-waarde en robuuste buitenmantel. Kabels die in de grond worden gelegd, moeten grondkabels zijn en voldoende diep liggen, vaak met een waarschuwingslint erboven.
Een goede aarding van de installatie en de apparatuur is cruciaal voor de veiligheid. Stroomkabels moeten correct zijn aangesloten op de aardvoorziening. Daarnaast zijn overstroombeveiliging (zekeringen of automaten) en aardlekschakelaars vereist om mensen te beschermen tegen elektrocutie en brand als gevolg van foutstromen.
Het correct aansluiten van kabels is een basisvereiste. Dit omvat het gebruik van geschikte lasklemmen, kroonsteentjes of insteekklemmen in lasdozen, of geschikte aansluitklemmen in schakelmateriaal. Zorg ervoor dat verbindingen altijd spanningsvrij worden gemaakt en de draden goed ontdaan zijn van isolatie. Onjuiste verbindingen kunnen leiden tot overgangsweerstand, warmteontwikkeling en storingen.
Alle elektrische installaties in Nederland moeten voldoen aan de NEN 1010 norm. Deze norm omvat gedetailleerde voorschriften voor onder andere de keuze van kabels, beveiligingsmiddelen, aanlegmethoden en inspecties. Professionele installateurs werken altijd volgens deze normen om de veiligheid en betrouwbaarheid van de installatie te garanderen.
Een stugge kabel (zoals massieve koperdraad in VMvL) wordt voornamelijk gebruikt voor vaste installaties in huis, ingebouwd in buizen in de muur of plafond. Deze zijn duurzaam en stabiel. Soepele kabels (zoals in YMvK of H07RN-F) zijn flexibeler en worden gebruikt voor toepassingen waar beweging is, zoals aansluitsnoeren van apparaten, of wanneer kabels door moeilijke bochten moeten worden geleid.
Een 2-aderige kabel heeft doorgaans een fasedraad en een nuldraad, geschikt voor apparaten die geen aarding nodig hebben (dubbel geïsoleerd). Een 3-aderige kabel voegt hier een aarddraad aan toe, wat verplicht is voor de meeste apparaten en stopcontacten voor een veilige werking. Er zijn ook kabels met meer aders voor specifieke toepassingen, zoals schakeldraden of krachtstroom.
Nee, een standaard installatiekabel (zoals VMvL) is niet geschikt voor buiten. Voor buitengebruik is een grondkabel (YMvK-as) of een kabel met een robuuste, weersbestendige mantel (zoals H07RN-F Neopreen) nodig, afhankelijk van de specifieke aanlegmethode en bescherming tegen invloeden van buitenaf. Let altijd op de IP-waarde en de constructie van de kabel voor buitentoepassingen.
Overbelasting kan worden voorkomen door de juiste kabeldoorsnede te kiezen voor de verwachte stroombelasting, en door de installatie te beveiligen met automaten of zekeringen die zijn afgestemd op de kabeldikte en de aangesloten apparatuur. Controleer altijd de specificaties van apparaten en de maximale stroom die de groepenkast kan leveren.
De keuze en aanleg van stroomkabels vereisen nauwkeurigheid en kennis van elektrische normen. Wij bieden een uitgebreid assortiment aan stroomkabels voor diverse projecten. Mocht u vragen hebben over de juiste kabel voor uw specifieke situatie, dan staat ons team van specialisten klaar om u te voorzien van vakkundig advies. Het garanderen van een veilige en duurzame elektrische installatie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid.